CTD metingen

CTD staat voor ‘conductivity, temperature, and depth’. Met deze methode worden op verschillende dieptes geleidbaarheid en temperatuur gemeten met een combinatie van elektronische instrumenten. Tegenwoordig wordt hier de 'Meetvis' voor gebruikt. De metingen zijn onderdeel van de landelijke RWS-monitoring (MWTL).

Informatiebehoefte

Verticaaltransectmetingen worden verzameld in het kader van de  KRM en OSPAR  voor het volgen van verticale systeemdynamiek (stratificatie) en temporele systeemdynamiek.

Daarnaast worden de metingen uitgevoerd voor calibratie van satellietbeelden ter bevordering van modellen (‘ground truth’) en voor het volgen van temporele systeemdynamiek.

Meetstrategie CTD-metingen

Reguliere meetvis trajectmetingen worden uitgevoerd tijdens  standaard MWTL-metingen op vaartrajecten in het gebied van de raaien Terschelling, Rottumerplaat, Noordwijk, Walcheren en Goeree.

Er is geen vaste periode gepland. De metingen vinden plaats gedurende het varen op de hier boven genoemde locaties als dit naar het oordeel van inwinners van de data bij RWS (CIV Mobiel Meten) nautisch-technisch mogelijk is.

De metingen vinden plaats aan de oppervlakte, met als uitgangspunt circa 3½ meter onder de waterspiegel, maar hiervan kan afhankelijk van de nautisch-technische randvoorwaarden naar inzicht van CIV Mobiel Meten worden afgeweken.

Meetstrategie verticale transectmetingen

Meetvis verticale transectmetingen worden alleen in de zomer periode uitgevoerd om de spronglaag vast te stellen. De metingen vinden plaats tijdens standaard MWTL-metingen op 9 locaties in het gebied van de raaien Terschelling, Rottumerplaat en de Zeeuwse Delta. Meetvis verticale transectmetingen worden gebruikt om de aanwezigheid van de spronglaag vast te stellen. De metingen vinden plaats in de verticale waterkolom, met als uitgangspunt vanaf circa 3½ meter onder de waterspiegel tot 3 meter boven de waterbodem.

Als bij de verticale transectmetingen een spronglaag is vastgesteld worden nabij de oppervlakte, op de diepte van de spronglaag en nabij de bodem watermonsters genomen. Hierbij worden de volgende analyses op de monsters uitgevoerd:

  • Fytoplankton levend of geconserveerd, chlorofyl en feofytine;
  • Nutriënten (stikstof, fosfaat en organisch koolstof, zowel opgelost, totaal);
  • Zwevend stof en silicaat; veldparameters (saliniteit, zuurstof, zuurgraad, temperatuur).

Bij afwezigheid van een spronglaag zullen alléén monsters worden genomen nabij de oppervlakte.

Parameters CTD-metingen

Veldparameters die met meetvis worden gemeten zijn onder andere geleidendheid, lichtflux (diepte en boven waterspiegel), fluorescentie, opgelost zuurstof, zuurgraad (pH),  saliniteit, temperatuur, troebelheid.

Databeheer en ontsluiting

De CTD data zijn beschikbaar als losse bestanden en in de viewer.