Oppervlakte water
Verontreinigde stoffen worden onder andere in het oppervlaktewater gemeten. Deze stoffen kunnen als opgeloste stof worden gemeten of als 'totaal water', dus de opgeloste stoffen plus de stoffen die gehecht zijn aan deeltjes, zoals zwevend stof en algencellen.
Inhoud:
- Informatiebehoefte
- Parameters en functionele eisen:
- Meetstrategie
- Extra metingen in oppervlaktewater:
- Databeheer en ontsluiting
Informatiebehoefte
Kaders die bepalen welke gegevens moeten worden ingewonnen en gerapporteerd zijn KRW, EU-richtlijn prioritaire stoffen, KRM, OSPAR, TMAP, EURATOM en riviercommissies. Daarnaast zijn er afspraken over informatieverstrekking en rapportages binnen waterakkoorden . Deze vereisen geen gegevensinwinning aanvullend op die van KRW en KRM.
Parameters en functionele eisen
Kaderrichtlijn water (KRW)
Voor KRW worden in oppervlaktewater verschillende chemische en fysisch-chemische parameters gemeten. Het gaat hierbij zowel om de prioritaire stoffen, die de chemische toestand bepalen, als de stoffen die horen bij de ecologische toestand, de specifieke verontreinigende stoffen en de fysisch-chemische parameters.
In de KRW zijn de volgende fysisch-chemische parameters voorgeschreven:
- thermische omstandigheden
- zuurstofhuishouding
- zoutgehalte
- verzuringstoestand
- nutriënten
- doorzicht.
Deze KRW-parameters zijn verplicht voor alle KRW-typen. Uitzonderingen hierop zijn de parameter ‘doorzicht’, die niet verplicht is voor de Rivier-typen, en de parameter ‘verzuringstoestand’ die niet verplicht is voor de Overgangs- en Kusttypen.
De organische verbindingen worden in “totaal water” gemeten. Metalen voor de KRW-toetsing worden gemeten als “opgeloste metalen in water” (gefiltreerd over 0,45 μm filter). Benodigde meetfrequentie is equidistant wekelijks tot eens per drie maanden, afhankelijk van locatie en parameter.
De parameters voor de KRW toetsing worden ingewonnen volgens de technische specificaties van de Richtlijn 2009/90/EG (pdf, 713 kB) van de Commissie. De minimale prestatiekenmerken van de gebruikte analysemethoden zijn gebaseerd op een meetonzekerheid van maximaal 50%, geschat op het niveau van relevante milieukwaliteitsnorm, en een bepalingsgrens van maximaal 30% van de relevante milieukwaliteitsnorm.
De toetsing aan de wettelijk vastgestelde KRW-normen verloopt volgens de Richtlijn KRW Monitoring Oppervlaktewater en Protocol Toetsen en Beoordelen.
Voor de prioritaire stoffen moet op KRW-meetlocaties in waterlichamen minimaal twaalf keer per jaar worden gemeten. Voor de specifieke verontreinigende stoffen uit de Regeling monitoring KRW is dat minimaal vier keer. Fysisch-chemische parameters worden 6 keer in de zomer halfjaar gemeten.
Richtlijn prioritaire stoffen (Richtlijn 2013/39 /EU
Deze richtlijn verplicht monitoring van nieuwe zogenaamde ‘watch list’ stoffen. Doel van de monitoring is om aan EU informatie te verstrekken over de concentraties van opkomende verontreinigende stoffen in het aquatisch milieu.
Kaderrichtlijn Marien (KRM)
Voor KRM worden in oppervlaktewater voor eutrofiëring verschillende chemische en fysisch-chemische parameters gemeten: nutriënten stikstof (als DIN) en fosfaat (als DIP), saliniteit, temperatuur en zuurstof.
EURATOM/OSPAR
Voor het Euratomverdrag (1957)en voor OSPAR worden verschillende radiochemische parameters in water gemeten.
Watermonsters in zoete rijkswateren worden ongeveer 1,5 meter onder het wateroppervlakte bemonsterd , in zoute wateren ongeveer 3,5 meter onder wateroppervlakte. Op enkele meetpunten worden een aantal keer per jaar bemonstering op spronglaag en 3 meter boven bodem gedaan.
Meetstrategie
Het meetnet in oppervlaktewater bestaat uit ongeveer 100 meetpunten. De meetpunten liggen op representatieve locaties in mondingen van grote stroomgebieden, grensovergangen, de belangrijkste grote meren en de Noordzee
Voor toestand- en trendmonitoring voor de KRW wordt doorgaans één meetpunt per waterlichaam gebruikt, voor de operationele monitoring worden voor enkele waterlichamen monitoring op meerdere meetpunten gedaan.
Frequentie is equidistant (met gelijke intervallen tussen de metingen) en verschilt tussen de locaties, en binnen locaties tussen de stoffen. In Eijsden wordt wekelijks gemeten, in Lobith 2-wekelijks en op de overige locaties 4-wekelijks of één keer per kwartaal.
De bemonsteringen voor de Watch list worden jaarlijks minstens 2 keer in verschillende seizoenen gemeten op de volgende 5 meetpunten:
- Stroomgebied Rijn:Locaties: Nieuwegein en Vrouwezand
- Stroomgebied Maas:Locatie: Keizersveer
- Stroomgebied Eems:Locatie: Bocht van Watum
- Stroomgebied Schelde:Vlissingen
Voor een gedetailleerd overzicht van de locaties, frequenties en gebruikte methoden zie de tabel met de meetstrategie.
Startjaar
Het chemisch meetnet is het oudste meetnet van RWS en is als structureel meetnet gestart in de jaren zeventig.
Extra trajectmetingen in oppervlaktewater
Standaard MWTL-metingen worden op enkele vaartrajecten gecombineerd met extra metingen van veldparameters zoals temperatuur, saliniteit en zuurstof. Het gaat om zogenaamde vertikaaltransect metingen, trajectmetingen en metingen bij stratificatie. Kijkf oor meer informatie op de volgende pagina's:
Databeheer en ontsluiting
Rijkswaterstaat beheert de chemische data in de database DONAR/WADAR. Deze database is niet voor externen benaderbaar. Wel is een groot deel van de chemische metingen in oppervlaktewater beschikbaar gemaakt in Waterinfo. U kunt deze data bekijken (via de gele knop 'Selecteer kaart'), vervolgens het tabblad 'Expert' kiezen, dan het tabblad 'Alle groepen' kiezen en tot slot de gewenste parametergroep selecteren (bijvoorbeeld 'metalen'). U kunt maximaal 3 stoffen selecteren.
Als u de door u gezochte data niet kunt vinden, kunt u zoeken in de dataviewer van deze site. Als u ook dan de data niet kunt vinden, kunt u contact opnemen met de Service Desk Data van Rijkswaterstaat.
Waar kan ik data downloaden?
Voor monitoringgegevens van diverse chemische parameters in Rijkswateren:
Voor chemische parameters in biota, screeningonderzoeken en projectgegevens: