vistelemetrie

De kaders voor de vistelemetrie worden gevormd door KRW, HRL/N2000, de Kier, riviercommissies en het aalbeheerplan. Vistelemetriegegevens passen niet in de huidige KRW-maatlatten en worden dus niet formeel gebruikt voor de KRW. Denkbaar is de telemetriegegevens te gebruiken voor beoordeling van de effectiviteit van KRW-maatregelen, zoals al het geval is voor De Kier (in het Haringvliet). In het kabinetsbesluit over De Kier is vastgelegd om de effectiviteit van de Kier te toetsen met vistelemetrie.

Vistelemetrie

Informatiebehoefte

Voor de Habitatrichtlijn is informatie nodig over de landelijke staat van instandhouding van trekvissen, in de vorm van populatietrends en voor Natura2000 beheerplannen is informatie nodig over de geschiktheid van het gebied als leefgebied voor trekvissen als het gebied daarvoor (mede) is aangewezen. Dit is het geval voor een aantal Rijkswateren. Voor beide is trendmatige informatie nodig. Het vistelemetrie meetnet is hiervoor minder geschikt, omdat vissen maar 1-2 jaar detecteerbaar zijn en onzeker is of en hoeveel nieuwe vissen in een jaar gemerkt kunnen worden.

In de Riviercommissies (IMC en IRC) sprak Nederland met omringende landen af om de doortrekbaarheid te vergroten en elkaar te informeren over maatregelen en over effecten op de landelijke doortrekbaarheid. Er is niet concreet uitgewerkt wat voor informatie en gegevens daarvoor nodig zijn.

Het aalbeheerplan is een beleidsdossier van het Ministerie van LNV. LNV gebruikt de gegevens voor evaluatie van het aalbeheerplan maar vindt vistelemetrie een te dure techniek  voor grootschalige toepassing.

Operationele eisen

Het meetnet is opgezet voor het meten van de doortrekbaarheid landelijk en van specifieke (groepen) vispassages. De locatie van de passages en reeds aanwezige kennis over de doortrekbaarheid bepalen waar detectielussen worden aangelegd.

Meetstrategie

De strategie bestaat uit het aanbrengen van transponders in trekvissen, de aanleg van detectielussen aan de randen van het gebied, op strategische plaatsen en bij sluizen en stuwen in het rivierengebied, en continumetingen van gemerkte langstrekkende vissen.

Rijkswaterstaat heeft ongeveer 60 detectielussen geplaatst in de Nieuwe Waterweg, Caland-/Hartel-kanaal, Haringvliet, rivieren en IJsselmeer. Iedere keer dat een individuele vis een detectielus passeert wordt dat vastgelegd. De te meten parameter is dan het aantal passerende vissen per soort op een locatie.

Startjaar is1996.

Haringvlietsluis was een barriere voor trekvis - 2014

Databeheer en -ontsluiting

Gegevensopslag verloopt automatisch. RWS voert het dagelijkse beheer uit. Elk jaar worden de gegevens door Movares in een centrale database gezet. Er is geen open portaal voor gegevensontsluiting. De database bevat gegevens over vissen die door of in opdracht van Rijkswaterstaat gezenderd zijn en ook data van vissen die door derden zijn gezenderd. U kunt de data van door Rijkswaterstaat gezenderde vissen opvragen bij de Service Desk Data van Rijkswaterstaat.