Vissen

Het meetnet voor vissen in de zoete rijkswateren voert Rijkswaterstaat samen met het ministerie LNV uit. Het bestaat uit drie meetnetten (passieve bemonstering, actieve bemonstering en overgangswateren). Voor de zoute rijkswateren worden internationale surveys uitgevoerd. Daarnaast is er een meetsysteem om de migratie van vissen te meten; vistelemetrie.

Inhoud:

Zoet en overgangswater

Informatiebehoefte

Kaders voor de vismonitoring bestaat uit de Kaderrichtlijn Water (KRW), de Kaderrichtlijn Mariene Strategie (KRM), Habitatrichtlijn (HRL)/Natura 2000 en de Exotenrichtlijn.  Daarnaast spelen Riviercommissies en het aalbeheerplan ook een rol, maar die stellen geen aanvullende eisen ten opzichte van KRW en HRL.

Voor de KRW zijn per waterlichaam gegevens nodig over de soortsamenstelling van de vispopulatie en schattingen van de dichtheden per soort (relatieve biomassa voor M-typen en aantalsverdeling voor R-typen).

Voor de KRM zijn gegevens nodig over vissterfte van commerciële vissoorten, paaibiomassa, lengteverdeling, aanwezigheid en verspreiding van typische soorten en discards. Overigens volgt de KRM wat betreft vis voor een groot deel de vereisten die voortvloeien uit de Habitatrichtlijn.

Voor de HRL geldt dat per N2000-gebied geëvalueerd moet kunnen worden of de instandhoudingsdoelstellingen worden behaald: omvang en kwaliteit van het leefgebied voor behoud of uitbreiding van de populatie. De HRL stelt geen eisen aan de monitoring.

Voor N2000 zijn zeldzame vissen en trekvissen van belang.

De omvang van de vissenpopulatie is moeilijk te bepalen. Het verzamelen van gegevens richt zich daarom op het kunnen bepalen van veranderingen in populatieomvang en in omvang en kwaliteit van het leefgebied.

Parameters

Aantal en lengte per vissoort (voor bepaling van) biomassa. Meta-data zijn van groot belang, zoals de lengte van de trek met de boomkor, afmetingen van het vistuig.

Spiering

Meetstrategie

Visgegevens zijn ook nodig voor het visserijbeleid en het visstandbeheer. IenW en LNV hebben afspraken gemaakt over verdeling van de verantwoordelijkheid en kosten voor vismonitoring. LNV en IenM zijn samen opdrachtgever voor monitoring in het IJsselmeergebied. IenM is opdrachtgever voor de overige Rijkswateren. Voor IenM coördineert RWS de uitvoering, voor LNV doet Wageningen Marine Research (WMR) dat.

RWS heeft gekozen voor een kerngebieden benadering. Kerngebieden moeten representatief zijn voor het riviersysteem en monitoring vindt alleen plaats in deze kerngebieden.

De methode verschilt tussen typen wateren en vissoorten.

De samenvattende tabel geeft een overzicht van de meetstrategie voor alle type watersystemen van Rijkswaterstaat.

Databeheer en -ontsluiting

WMR beheert en ontsluit via hun site alle zoet water visgegevens van Rijkswaterstaat.  Deze gegevens zijn ook te downloaden via de viewer op deze site. Een overzicht en toelichting van de te downloaden data vindt u in deze tabel (xlsx, 36 kB).  Op termijn zijn alle gegevens ook in te zien en te downloaden via het portaal Waterinfo.


Aanvullende informatie

Visdata van Rijkswateren zijn te downloaden in de viewer van waterinfo-extra.

Jaarrapportages

Rapporten met beschrijving van methode en eerste resultaten:

Visdata Noordzee, Waddenzee en Oosterschelde

Vismonitoring in deze watersystemen wordt uitgevoerd in opdracht van het ministerie LNV. Rijkswaterstaat is geen data-eigenaar, maar gebruikt de gegevens wel voor de KRM en N2000. De monitoring vindt plaats onder internationale coördinatie door ICES. Data zijn te vinden op de ICES-site. Zie voor een toelichting voor het vinden en downloaden van deze data de Handleiding voor de ICES-website.

Ontwikkeling vis in Eems-Dollard

Analyse van diverse datasets van vis in de Eems-Dollard in het kader van ED2050