Pellets en mesoplastics op stranden

Er zijn recent nieuwe informatie-behoeften ontstaan voor het beter kwantitatief meten van pellets en mesoplastic fragmenten (kortweg aangeduid als mesoplastics) op Nederlandse stranden en op Europese schaal.

Deze indicatoren worden al kwalitatief gemeten in het macro-afval meetnet voor stranden. Maar de kwaliteit van de data is kwalitatief (aan- of afwezigheid pellets) of indicatief (voor de mesoplastic fragmenten). Daarom is begin 2021 begonnen met een pilot-monitoringproject voor deze 2 typen plastics. Deze monitoringmethode wordt momenteel Europees geharmoniseerd en zal de komende jaren in Nederland worden gecontinueerd.  Zie het rapportage-overzicht voor de uitgebrachte rapporten

Inhoud

  • Informatiebehoefte
  • Meetstrategie
  • Databeheer en ontsluiting

Informatiebehoefte

Macro-afval op het strand is 1 van de mariene afvalindicatoren en heeft binnen de KRM en OSPAR de status van Descriptor (D10). Dit betekent, dat deze indicator:

  • wettelijk verplicht is voor de KRM om te monitoren en rapporteren en
  • OSPAR-lidstaten rond de Noordzee zich eraan hebben verbonden om deze indicator te monitoren en te beoordelen voor OSPAR.

In deze monitoring van macro-afval worden pellets (grondstof voor de plasticindustrie en geclassificeerd als grote microplastics) alleen aangeduid als aan- of afwezig. Vanuit diverse internationale en nationale gremia is er behoefte aan betere informatie over de hoeveelheden pellets op de Nederlandse stranden. In de Europese mariene afvalgroep (TGML) is, op verzoek van het Europese beleid, om een geharmoniseerde monitoringmethode voor pellets te ontwikkelen, en om hiermee een Europees overzicht te verkrijgen van de verspreiding van deze milieu-contaminant en de effecten van Europese maatregelen.

Verder zijn recent pellets door IMO (International Maritime Organization) aangewezen aan gevaarlijke stof. Verder is in OSPAR een regionale actie opgesteld om de hoeveelheden pellets in het OSPAR-gebied te gaan reduceren. Tot slot is er ook nationaal de nodige aandacht voor deze milieu-contaminant in rivieren.

Als bijproduct van de monitoring van pellets worden meer betrouwbare resultaten van de hoeveelheden mesoplastic fragmenten op de Nederlandse stranden gemeten. Dit is waardevolle aanvullende informatie, omdat in de monitoring van macro-afval dat kleine mesoplastic fragmenten (<2,5 cm) maar met een beperkte kwaliteit (indicatief) worden gemeten door hun relatief slechte zichtbaarheid. Mesoplastic fragmenten zijn ecologisch relevant, omdat ze gemakkelijk door biota kunnen worden opgegeten en daardoor negatieve gezondheidseffecten kunnen veroorzaken.

Het doel van de monitoring is inzicht te krijgen in de hoeveelheden pellets en mesoplastic fragmenten op de Nederlandse stranden. Daarmee wordt de omvang van het probleem in kaart gebracht. En kan worden getoetst of bestaande maatregelen effectief zijn en of aanvullende maatregelen nodig zijn.

Meetstrategie

Er is in 2021 gestart met het monitoren van 5 kwadranten van 1 m2 op de hoge getijdelijn, waar pellets en mesoplastic fragmenten accumuleren. De 5 kwadranten worden op gelijke afstanden bemonsterd. Per kwadrant wordt de bovenste 1-2 cm van het strandoppervlak afgeschraapt, en op het strand voorgezeefd in een zeefzakje om het meeste zand te verwijderen. Op het laboratorium worden de monsters aanvullend gezeefd, en worden de pellets en mesoplastics uit het monster verzameld.

Deze 2 afvalgroepen worden dan geteld en gewogen. De resultaten van de 5 kwadranten worden opgeteld en gerapporteerd per 5 m strandlengte. Daarbij moet worden vermeld dat de feitelijke hoeveelheden op het strand groter zijn, maar de gerapporteerde resultaten vormen een substantiele fractie hiervan die reproduceerbaar en kwantitatief is bepaald.

Locaties

Er zijn 4 locaties bemonsterd in 2021 (zie kaart):

  1. Neeltje Jans (nabij monding Westerschelde)
  2. Monster (nabij monding Nieuwe Waterweg)
  3. Bergen (macro-afvallocatie)
  4. Texel (eilandlocatie)

In 2022 is de locatie Texel vervangen door Terschelling (macro-afvallocatie).

kaart1 pellets

Frequentie en periode

Het jaar is verdeeld in 4 perioden van 3 maanden: januari-maart, april-juni, juli-september en oktober-december.

In iedere periode wordt, direct na springtij (volle maan of nieuwe maan), de pellets en mesoplastics bemonsterd op de springtijlijn, waar zich dit type afval accumuleert.

Datakwaliteit

De data worden zorgvuldig bemonsterd, opgezuiverd, geteld en gemeten.

De methode is opgesteld met elementen van een Franse methode, met advies van WMR en met ondersteuning van het Rijkswaterstaat CIV-laboratorium. De methode wordt momenteel Europees geharmoniseerd. Als onderdeel hiervan is het bemonsterde oppervlakte in 2022 van 5 m2 verhoogd naar 10 m2, waardoor de terugvinding van pellets en mesoplastics is verdubbeld.

Databeheer en ontsluiting

Rijkswaterstaat heeft de data opgeslagen in WaterInfoExtra. Deze data zijn voor het publiek beschikbaar gemaakt. U kunt de data downloaden in  de viewer (onder 'Afval')

Dataformat

In deze tabel vindt u een beschrijving van de kolommen in het databestand.