Ecosysteem van (blijvende) waarde?

De natuur op Marker Wadden is in een mum van tijd tot bloei gekomen. Watervogels zoals de visdief, dwergstern en de kluut weten de eilanden massaal te vinden en broeden er met succes. “Door het voedselrijke slib dat gebruikt is, gingen de eilanden van woest en ledig vrijwel direct naar een enorme primaire productie”, vertelt onderzoeker Joep de Leeuw (Wageningen Marine Research) Dat resulteerde in de snelle groei van waterplanten, een divers bodemleven en veel insecten. Ook zijn inmiddels 24 verschillende vissoorten waargenomen rondom de Marker Wadden (ter vergelijking: op het hele Markermeer zijn 28 soorten waargenomen).

Foto_2
Florerend ecosysteem op de Marker Wadden

Hub tussen habitats

De eilanden zijn in trek bij vogels die het in Nederland relatief moeilijk hebben. Dat komt voor een groot deel door het ruige pionierskarakter, met veel lage vegetatie en open plekken. Het ontbreken van grondroofdieren draagt bij aan het broedsucces. Het onderzoek op Marker Wadden laat zien dat de eilanden een belangrijke schakel vormen tussen andere habitats, zoals Trintelzand (Houtribdijk) en de Oostvaardersplassen. Gezenderde vogels zoals de lepelaar en de kluut, maar ook roofvogels zoals de visarend en de zeearend vliegen vrijelijk heen en weer binnen het IJsselmeergebied. Ook voor gezenderde vissen geldt dat die grote afstanden zwemmen van en naar Marken Wadden.

Een belangrijke toegevoegde waarde van de eilanden is de grotere variatie in bijvoorbeeld waterdiepte, watertemperatuur en doorzicht. Metingen laten zien dat de ontstane luwtes zorgen voor minder zwevende stof en dus helderder water. Wisselende weersomstandigheden zorgen voor nog meer afwisseling. “De variatie van wind en watertempratuur zorgt voor een mozaïek waarin veel soorten een kans krijgen. Er zijn veel ondieptes en dat is uitermate geschikt voor vissen om te paaien.” Ook de diepe zandwinputten blijken functioneel; wanneer het water helder is zoeken vissen daar regelmatig hun toevlucht om te ontkomen aan vogels en roofvissen.

Beheervragen

Een van vragen blijft in welke mate het haalbaar is om de pioniervegetatie te behouden. Moerasvegetatie gedijt bij erosie en sedimentatie.  Een tweede vraag is in hoeverre natuurlijke vegetatieontwikkeling de ruimte kan krijgen? Dat kan direct door te sturen op vegetatieontwikkeling en beheer, maar ook door indirect door sturen op het peilbeheer van het Markermeer.  Zonder ingrijpen bestaat het risico dat wilgenbomen op termijn de overhand krijgen.  Mennobart van Eerden (Rijkswaterstaat): “Het onderzoek laat zien dat we op de goede weg zitten. Om verder te groeien is het belangrijk om over deze vraagstukken na te denken en ook te kijken wat voor beheer je daarbij voor ogen hebt.”

Congres

Tijdens het congres hebben Mennobart van Eerden (RWS-WVL), Joep de Leeuw (Wageningen Marine Research) en Casper van Leeuwen (NIOO-KNAW) een workshop gegeven over Marker Wadden als vis- en vogelparadijs.

In de tweede ronde vertelden Ruurd Noordhuis (Deltares) en Harm van de Geest (Uva) meer over de betekenis van de Marker Wadden voor het Markermeer.