Zwavelbacteriën op de bodem van het Markermeer
Afgelopen voorjaar werd de waterbodem rond Marker Wadden bemonsterd om biologische effecten op slib in beeld te krijgen. Hierbij werden kluwens witte draden ontdekt. Ze bleken afkomstig van de zwavelbacterie Thioploca. Genoeg reden voor nader onderzoek. Waar en in welke dichtheden bevinden deze bacteriën zich in het Markermeer? Zijn ze van invloed op de ontwikkeling van het ecosysteem rond Marker Wadden ?
Om vat te krijgen op de wisselwerking tussen de slibhuishouding van het Markermeer en de ontwikkeling van natuur op en rond Marker Wadden, is het zaak effecten van levende organismen op het gedrag van slib te leren kennen. Ecoloog Ruurd Noordhuis van Deltares is een van de deskundigen die zich met dit onderwerp bezighoudt. ‘Voor het beheer van het Markemeer-IJmeer maakt Rijkswaterstaat gebruik van een slibmodel, maar hierin zijn geen biologische effecten op het slib verwerkt. Denk aan filtratie van zwevend stof door mosselen, planten die sedimentatie van slib in de hand werken of vissen die de bodem omwoelen.’ Ook algen of bacteriën op de bodem kunnen een bepalende rol spelen, wanneer ze in hoge dichtheden slib invangen en het verhinderen op te wervelen. ‘In de slibmonsters die we dit voorjaar namen, troffen we twee typen zwavelbacteriën aan: Thioploca en Beggiatoa.’
Matjes
Thioploca vormt witte draden, zichtbaar met het blote oog. Voor de kust van Zuid-Amerika vormen ze matten van duizenden vierkante kilometers die tot 30 cm diep gaan. Je vindt ze ook in grotere meren zoals de Bodensee, vertelt Ruurd. ‘In 2008 had een collega van Rijkswaterstaat in het kader van mosselonderzoek in het Markermeer de kenmerkende witte draadjes al eens naar boven gehaald. Toen we ook rond Marker Wadden dit soort matjes aantroffen, rees de vraag: hoe belangrijk is dit in het licht van de effecten op slib én in relatie tot de primaire productie rond Marker Wadden?’ Vanwege de zwavel vormen deze bacteriën namelijk geen goede voedselbron, legt Ruurd uit. ‘In het voedselweb vormen ze een doodlopende weg. Deze bacteriën dragen dus niet direct bij aan de productie van voedsel voor de vogels die wij graag naar Marker Wadden zien komen.’ Reden genoeg voor nader onderzoek naar de effecten van deze bacterie op opwerveling en primaire productie.
Thioploca streng, foto Ruurd Noordhuis
Bodemmonsters
Afstudeerder Luc Kauhl van Hogeschool Zeeland en Gerlinde Roskam (Deltares) nemen sinds september elke drie weken op 29 locaties in het Markermeer bodemmonsters. Zij werken samen met Harm van der Geest van UvA die wekelijks monsters neemt voor onderzoek naar waterkwaliteit van het Markermeer. Onderzoekers analyseren de monsters in het laboratorium van Deltares en van de UvA.
Verspreid over het hele Markermeer
De zwavelbacteriën zijn tot nu toe op alle bemonsterde locaties gevonden, vertelt Ruurd. ‘Het zijn momenteel ook verreweg de meest voorkomende draadvormige organismen in het sediment. Hopelijk weten we binnenkort meer over de invloed van Thioploca en Beggiatoa op het systeem.’