‘Natuurlijk Veilig neemt blinde vlekken weg’
Gemma Ramaekers is technisch manager voor het programma Kustlijnzorg. Binnen dit programma voert Rijkswaterstaat zandsuppleties uit om de kust op orde te houden. Wat is de link met Natuurlijk Veilig? Hoe versterken beide programma’s elkaar?
©Rijkswaterstaat
Gemma Ramaekers, technisch manager programma Kustlijnzorg Rijkswaterstaat
Het technisch management van Kustlijnzorg stelt de planning en de programmering van kustsuppleties op in een meerjarig suppletieprogramma. Hiervoor meet Rijkswaterstaat jaarlijks de kustlijnligging met vliegtuigen en schepen. Deze ligging vergelijken we met de ligging van de referentie kustlijn, de basiskustlijn. Jaarlijks actualiseert Rijkswaterstaat het meerjarige programma. Zowel dit programma als de jaarlijkse aanpassingen stemt RWS af met provincies, waterschappen, gemeenten, natuurorganisaties en andere belanghebbenden in de kuststrook. En dat is altijd maatwerk, zegt Gemma. ‘Het hangt erg van de locatie af of, wanneer en hoe we suppleren. Het primaire doel van ons programma is dat Nederland niet kleiner mag worden. In de praktijk kan dat betekenen dat, op locaties waar waterveiligheid in het geding is en we veel zand verliezen, we met grotere regelmaat actief zijn. Bijvoorbeeld soms al na 4 jaar. Maar er zijn ook plekken waar we niet of weinig suppleren. Dan kom je bijvoorbeeld maar eens in de 7 jaar of zelfs 15 jaar terug. Omdat daar weinig of geen zand verlies is, maar ook omdat daar de waterveiligheid niet in het gedrang komt en de andere aanwezige functies geen belang hebben bij een suppletie. Bijvoorbeeld voor natuurbeheer, recreatie of drinkwaterwinning.’
Kerven in duinen
Op sommige plekken houden we ons niet aan de basiskustlijn. Hier is het voor partijen juist belangrijk de kust zo natuurlijk en dynamisch mogelijk in stand te houden. Dit zie je vooral op de Waddeneilanden terug. Gemma ziet dat het belang van natuur op meer plekken toeneemt. ‘Dat is wel een duidelijke ontwikkeling. We zien bijvoorbeeld steeds meer terreinbeheerders die kerven in de duinen aanbrengen zodat zand beter het land kan instuiven en duinen breder worden. Ze proberen meer dynamiek aan te brengen in het landschap. Het onderzoek dat binnen Natuurlijk Veilig gedaan wordt, om de effecten van de suppletiestrategie voor landschapsvormende processen van strand en zeereep in beeld te krijgen, draagt bij aan de kennisontwikkeling hierover.’
Meer weloverwogen keuzes maken
Bij het programmeren van suppleties komt steeds meer omgevingsmanagement kijken. Er zijn strandtenthouders, recreanten en beheerders zoals gemeenten, provincies, waterleidingbedrijven, waterschappen en natuurorganisaties. Allemaal hebben ze hun eigen belangen. Bij het programmeren en het suppleren zelf probeert Kustlijnzorg waar mogelijk rekening te houden met al die belangen. ‘Soms passen we het ontwerp van een strandsuppletie aan omdat er een kerf ligt. We suppleren soms niet in de vooroever omdat op de locatie een schelpenbank ligt of veel jonge vis voorkomt. Dankzij programma’s als Natuurlijk Veilig weten we steeds meer over de effecten die reguliere suppleties hebben in de ondiepe kustzone en daarmee op de bodemdiergemeenschap, de visfauna en het functioneren van de zone als kinderkamer. Programma’s als Natuurlijk Veilig nemen blinde vlekken weg. Uiteindelijk zorgen die inzichten ervoor dat suppleties uit ons programma beter tegemoetkomen aan de huidige wensen vanuit ecologie. Zo maken we dus meer weloverwogen keuzes. Dat levert een beter resultaat op en maakt mijn werk ook een stuk interessanter!