Meten aan slib en klei: hoe krijg je een stabiele bodem en duurzaam ecosysteem?

Hoe kun je een stabiel drasland aanleggen met slib, dat bovendien weinig onderhoud vraagt? Dat is de kern van het onderzoek in de slibproefvakken op Marker Wadden. In de drie proefvakken wordt sinds eind 2019 in kaart gebracht wat het effect is van de samenstelling van het slib, het peilbeheer en vegetatie op de zetting. Het derde proefvak is vorige winter als laatste bijgevuld met slib uit de omgeving.

Marker Wadden een vogelparadijs? Als een groot laboratorium is het ook een walhalla voor onderzoekers. Dat de praktijk weerbarstig kan zijn hoort daar ook bij. Zo bleek de laagdikte bij het vullen van de proefvakken moeilijk te controleren waardoor de sliblaag in twee van de drie vakken grotendeels onder water staat. Vegetatie kon daarom alleen bij de randen worden ingezaaid. Door de aangescherpte coronamaatregelen dreigde bovendien de laatste meetcampagne in het water te vallen. “Dat is gelukkig op zijn pootjes terecht gekomen. Het is belangrijk een goede meetreeks op te bouwen en inmiddels hebben we de eerste drie meetcampagnes gedaan”, legt onderzoeker Thijs van Kessel (Deltares) uit.

Theorie versus praktijk

“Het leuke van dit experiment is de wisselwerking tussen praktijk en theorie”, vertelt Van Kessel als thematrekker van ‘Bouwen met slib en zand’. “Het onderzoek heeft een hele praktische component door het leren bouwen met slib, maar door de monitoring doe je ook aan begripsvorming. Zonder metingen en data, zal je heel moeilijk je aanleg kunnen reproduceren.” Die praktijkkennis doe je volgens de sedimentkenner niet op in een lab, maar werken in het veld betekent ook dat je tijdens het onderzoek moet kunnen schakelen.  “Nu veel van de vakken onder water blijken te staan, ben ik in conclaaf met de betrokken ecoloog om aanvullende vegetatiemetingen te doen op andere delen van Marker Wadden waar wel vegetatie is opgekomen.”

Volgens de onderzoeker is het gunstig als het slib niet al te erg inklinkt en niet te massief wordt. Vegetatie is belangrijk voor een gevarieerd en duurzaam moerasecosysteem, maar speelt ook een belangrijke rol in het beperken van inklinking. Dat komt omdat planten en plantenresten relatief licht zijn.  “Als slib minder comprimeert kun je met 100.000 kuub gebaggerd slib meer wetland aanleggen. Economisch is dat gunstig want diepe winputten voor het slib vragen groot grondverzet en ook voor de ecologie is dat best een drastische ingreep.”

Voorspelbaarheid belangrijk

Uit de data blijkt dat sinds de eerste meetcampagne de sliblaag gemiddeld een halve meter is gezakt en dat de ondergrond, de oorspronkelijke waterbodem van het Markermeer, door het gewicht van het aangebrachte slib met 13 centimeter is gezakt. Waardevolle informatie om meer te leren over bouwen met slib. “Daarbij is snelheid niet het meest belangrijk, maar voorspelbaarheid. Het doel is uiteindelijk een goede richtlijn te ontwikkelen voor het aanleggen van wetlands, met daarmee ook zicht op onzekerheden en onderhoud.”

KIma slib
Een onderzoeker verricht metingen aan de rand van een proevak